Hoe te upgraden van G1 en G2 naar een G3 centrale DOMUS of PALAS.

Ontdek de stappen voor het upgraden van een G1/G2 centrale naar de volgende generatie centrale eenheden DOMUS en PALAS, uitgebreid uiteengezet in dit artikel.

Voor u begint

In de eerste fase van het upgradeproces, meerbepaald wanneer u vertrekt van een MICROS(+) centrale, is het essentieel om de benodigde hardware (TDS) componenten te bepalen. Gebruik zeker PROSOFT 4 voor een gestroomlijnde en efficiënte identificatie, dankzij interne auto-upgrade functionaliteiten.

Er zijn twee mogelijke situaties:

• NANOS naar PALAS of PICOS naar DOMUS.
• MICROS(+) naar DOMUS of PALAS.

Hieronder vindt u een stapsgewijs migratieproces voor beide scenario's.

1. Hoe te upgraden van NANOS naar PALAS, of van PICOS naar DOMUS

Als uw oude centrale een NANOS (TDS10200) of PICOS (TDS10009) is, is de migratie van G2 naar G3 zeer eenvoudig. U kunt de oude centrale eenheid eenvoudig vervangen door een nieuwe PALAS (TDS10300) of DOMUS (TDS10309) centrale. Naast de hardwarewijziging, opent u het oude .nbt bestand in de nieuwste versie van PROSOFT4 en deze transfereert het automatisch voor u naar de versie voor de nieuwe centrale. nbt verzenden en u bent klaar.

Voor begeleiding bij het migreren van geïnstalleerde licenties, zie het 'licenties' hoofdstuk verder in deze tekst.

2. Hoe te upgraden van MICROS(+) naar DOMUS of PALAS

Als u wilt upgraden van de 'oude' MICROS (TDS10010) of MICROS+ (TDS10012) naar de nieuwste G3 centrales, zijn er belangrijke factoren om rekening mee te houden. Hieronder zetten we alle stappen uiteen.

2.1 Converteer uw MICROS(+) NBT-bestand

Als u wilt upgraden van een MICROS (G1), moet u eerst dat oude .nbt- bestand converteren met PROSOFT 2.8 naar een 2.8 versie. Dit komt omdat PROSOFT 4.0 geen bestanden kan inlezen van versies voorafgaand aan 2.80. Wanneer u daarna uw 2.8 bestand opent in PROSOFT 4.0, wordt het automatisch geconverteerd naar een 'MICROS+' bestand waarvan u dan verder kan vertrekken.

Vanaf dit punt blijven de instructies hetzelfde voor upgrades afkomstig van zowel MICROS als MICROS+ centrales.

De volgende stap omvat het bepalen van de noodzakelijke TDS- hardware producten voor uw MICROS(+) conversie naar G3. Dit wordt uitgevoerd in PROSOFT 4.0.

• Navigeer in PROSOFT 4.0 (of hoger) naar het 'Extra/Centrale Eenheden' menu en lokaliseer de 'Converteer naar G3' knop (zoals aangegeven door de twee rode pijlen in de onderstaande schermafbeelding).

• Opmerking: als uw installatie meerdere centrale eenheden bevat (meerdere MICROS+), moet u dit proces afzonderlijk uitvoeren voor elke geselecteerde centrale.

PROSOFT controleert eerst of het mogelijk is om het bestand naar een DOMUS-centrale te converteren. Als uw bestand klein genoeg is om zo te converteren, wordt u gevraagd of u het naar een DOMUS of een PALAS wilt converteren. U heeft dan de keuze. Wanneer het aantal in-en of uitgangen te groot is voor een DOMUS centrale, kiest PROSOFT 4.x automatisch voor een PALAS centrale en wordt het bestand direct geconverteerd naar een PALAS .nbt-bestand.

Als het bestand goed is om naar een DOMUS te converteren, heeft u dus de keuze om voor DOMUS of PALAS te gaan. Wanneer u voor DOMUS kiest, zal u er moeten voor zorgen dat in het verdeelbord al uw interfaces op AUTOBUS 1 aangesloten worden, omdat de DOMUS centrale slechts één AUTOBUS heeft.

2.2. Opruimen van uw NBT-bestand

Er zijn dus twee verschillende scenario's: u kunt upgraden naar een DOMUS- of naar een PALAS-centrale unit.

2.2.1 Opruimingsinstructies voor het geval u een DOMUS-bestand heeft

Nadat uw bestand is geconverteerd, kunt u eenvoudig in PROSOFT controleren welke TDS-hardware nodig is, hoewel het raadzaam is om vooraf te beoordelen of enige opruiming mogelijk is. Het begrijpen van het conversieproces kan hierbij voordelig zijn.

A. Uitgangen geconverteerd naar DOMUS:

• De eerste 16 interne relais van de oude MICROS(+) worden verplaatst naar de 16 interne relais van de DOMUS. Alle andere relais worden geconverteerd naar maximaal 3x TDS13510 op (AUTOBUS1).
• De eerste vier interne dimmers van de MICROS+ worden verplaatst naar de vier interne dimmers van de DOMUS. Dimmeruitgangen vijf tot acht, worden niet geconverteerd (u moet ze handmatig toevoegen of verwijderen voordat u converteert).
• Alle andere dimmers worden geconverteerd naar een TDS13609-analoge uitgangsinterface 0-10V.

U kunt controleren of dit de juiste keuze is, en misschien kunt u deze gelegenheid benutten om enkele TDS13634 of TDS13644 vermogendimmers te gebruiken. Afhankelijk van uw keuze kan een herbedrading nodig zijn. Zodra u hebt opgeruimd, zult u in het bestand zien hoeveel stuks TDS13510 en welke dimmerinterfaces u moet installeren.

B. Ingangen geconverteerd naar DOMUS:

• De eerste 20 interne ingangen worden geconverteerd naar de 20 interne ingangen van de nieuwe DOMUS centrale.
• De overige 12 ingangen worden geconverteerd naar 3x TDS12134 Cookies. Controleer hierbij of u deze ingangen gebruikt. Als u ze niet gebruikt, kunt u de Cookies verwijderen.
• De twee interne analoge ingangen worden geconverteerd naar de interne analoge ingangen van de DOMUS.

U kunt ook de TDS12134 Cookies vervangen door bijvoorbeeld een TDS12117 (DIN-rail interface met 16 contactingangen).

2.2.2 Opruimingsinstructies voor het geval u een PALAS-bestand heeft

Als uw bestand is geconverteerd naar een PALAS, wordt alles van de interne MICROS+ uitgangen en ingangen geconverteerd naar AUTOBUS-interfaces.

A. Uitgangen geconverteerd naar PALAS
De relais worden geconverteerd naar maximaal 5x TDS13510. (Opmerking: als u in een oude MICROS TDS10010 de twee SUBD-uitgangsconnectoren niet heeft gebruikt, is het maximum drie). De dimmers worden geconverteerd naar maximaal 2x TDS13609 analoge uitgangsinterface 0-10V (afhankelijk of u de uitbreidingskaart van de oude MICROS of de 8 ingebouwde uitgangen van MICROS+ gebruikt).

U kunt controleren of dit voor uw installatie de juiste keuze is en misschien kunt u deze gelegenheid benutten om enkele vermogendimmers TDS13634 of TDS13644 te gebruiken (speciaal geschikt voor 24V of 230V LED- verlichting). Afhankelijk van uw keuze kan een herbedrading nodig zijn. Zodra u hebt opgeruimd, zult u in het bestand zien hoeveel TDS13510 en welke dimmerinterfaces u moet in het verdeeelbord bij installeren.

B. Ingangen geconverteerd naar PALAS

• De 32 ingangen worden geconverteerd naar 2x TDS12117 (2 x een ingangsinterface met 16 contactingangen).
• De 2 analoge ingangen worden geconverteerd naar 2 x TDS12301 AD Cookie (indien gebruikt).

Als u geen gebruik wilt maken van de AD-Cookies, kunt u ook bijvoorbeeld een TDS12311 gebruiken (8 x analoge ingangsinterface).

2.3. Maak uw materiaallijst (BOM)

Nadat de conversie van het bestand is voltooid, kunt u uw hardware bestelling maken. Er zijn twee mogelijke oplossingen. Vergeet ook niet om de voeding(en) toe te voegen.

Hieronder vindt u een voorbeeld van een materiaallijst (BOM) met DOMUS:

• 1x TDS10309 DOMUS
• 1x TDS10134 Voeding
• 3x TDS13510 Relaisinterface 8x16A
• 1x TDS13609 Achtvoudige analoge uitgangsinterface
• 3x TDS12134 Cookie met vier spanningsvrije contactingangen

Hieronder vindt u een voorbeeld van een materiaallijst (BOM) met PALAS:
• 1x TDS10300 PALAS
• 2x TDS10134 Voedingen
• 3x TDS13510 Relaisinterface 8x16A
• 2x TDS13609 Achtvoudige analoge uitgangsinterface
• 2x TDS12117 Ingangsinterface met zestien spanningsvrije contactingangen
• 2 x TDS12301 AD-COOKIE met één spanningsvrije invoer en één analoge invoer.

2.4. Installatie in het verdeelbord

Pas nadat u uw NBT-bestand heeft geconverteerd, kunt u beginnen met de installatie.
Als u hulp nodig heeft bij de conversie, aarzel dan niet om uw ondersteuningsteam om hulp te vragen.

Zodra het nieuwe bestand klaar is, kunt u de installatie wijzigen en het geconverteerde bestand naar de nieuwe centrale overdragen. Het vernieuwde systeem is nu operationeel. We raden u uiteraard aan om nu een rondleiding in de woning te doen om te controleren of alles werkt zoals verwacht.

2.5. Licenties

Omdat de meeste installaties zijn uitgerust met een iSGUI (mobiele app) licentie, moet u waarschijnlijk ook bij uw installatie de nieuwe ATMOS app op de nieuwe centrale eenheid activeren. De ATMOS app is gratis gedurende vier jaar nadat u de iSGUI-licentie heeft verkregen. Indien deze periode voorbij is, dient u een ATMOS abonnement aan te schaffen. U zal ook zien dat ATMOS heel wat nieuwe mogelijkheden in zich heeft tov deze in de oude iSGUI. ATMOS zal in de toekomst ook steeds verder blijven uitbreiden.

2.6. De TELETASK cloudverbinding

Omdat u bent begonnen van een bestaand .nbt bestand, is uw cloud-ID nog steeds hetzelfde. Om de oude centrale eenheid in de cloud te vervangen met de nieuwe, volgt u de volgende stappen om de centrale eenheid in TTCloud bij te werken met behulp van PROSOFT 4.x:

• Open in PROSOFT 4.x het nieuwe (bijgewerkte) .nbt-bestand en maak verbinding met de nieuwe centrale eenheid (gaat in principe automatisch).
• Log in op TTecomm (deel van www.teletask.be) met de juiste accountgegevens: de SI-referenties voor de TTcloud-installatie.
• Als het de eerste keer is dat u verbinding maakt met de nieuwe centrale, bevestig dan dat u verbinding maakt met een nieuw serienummer.
• ! Zorg ervoor dat u wel degelijk verbonden bent met de juiste centrale van de juiste klant.
• Klik op het menu "Communicatie/Cloud-instellingen".
• U wordt gevraagd om de serienummer(s) in de cloud bij te werken.

• Zodra u akkoord gaat, zal de installatie in de cloud worden aangepast. Controleer eventueel de wijzigingen op https://cloud.teletask.be.
• Ten slotte, verzend nu (opnieuw) het nieuwe .nbt-bestand naar de centrale eenheid.

2.7 Finaliseren

Vanaf nu zal uw systeem weer volledig operationeel zijn, inclusief de TTCloud verbinding en zal dus ook uw ATMOS app vanop afstand werken.

Als u hulp nodig heeft bij een stap in het proces, aarzel dan niet om contact op te nemen met ons ondersteuningsteam. We helpen u graag.

Table of contents: