Gebruikerscode
Op bepaalde grafische interfaces (zoals op een OPUS, ATMOS, iSGUI of een AURUS-TFT) is het mogelijk specifieke items met een code te beveiligen. Bij deATMOS is het ook mogelijk om het opstarten met een gebruikerscode te beveiligen (zie ATMOS properties in GUISOFT).
Deze code kan enkel in PROSOFT gewijzigd worden en is m.a.w. ook dezelfde voor alle interfaces en apps.
De code is standaard 12345 en kan enkel nummers bevatten (4 tot 10 cijfers).
- Om deze in te stellen ga naar: Extra > Gebruikersinstellingen
PROSOFT paswoord
Zowel de DoIP centrale als het .NBT bestand kunnen beveiligd worden met een paswoord indien gewenst. Zo kan aan onbevoegden de toegang geweigerd worden.
Telkenseen beveiligd .NBT bestand geopend wordt of verbinding wordt gemaakt met een beveiligde DoIP centrale, zal naar het paswoord worden opgevraagd.
Achteraf kan het wachtwoord in PROSOFT enkel gewijzigd of verwijderd worden na het geven van het huidige paswoord.
Het wachtwoord is alfanumeriek (een typisch PC paswoord).
- Om dit in te stellen ga naar: Extra > Opties > Systeem instellingen
- ‘;Security’: Vink " Protect NBT file and central unit with password " aan als u wenst onbevoegden toegang tot het .NBT bestand te weigeren. Wanneer het .NBT bestand is beveiligd met een wachtwoord zal het:
- onmogelijk zijn om het .NBT bestand te openen zonder het juiste wachtwoord
- onmogelijk zijn om een verbinding met een wachtwoordbeveiligde centrale eenheid te maken, zonder het juiste wachtwoord. Dit betekent dat het verzenden van een nieuw bestand, het ontvangen van het bestaande bestand of het gebruik van Diagnostics, onmogelijk zal zijn.
Technische code
De technische code geeft op sommige interfaces toegang tot bepaalde instellingen zoals AUTOBUS adres, IP adres, ...
Vb.: bij interfaces die geen draaiwielschakelaars hebben, moet het AUTOBUS adres ingevuld worden via een configuratiescherm, na het invoeren van de juiste code.
Dit is altijd 09876 en kan onmogelijk gewijzigd worden.