Introductie
De DALI / DSI / DMX interface is een uitgangsinterface die gebruikt kan worden in DALI 2, DALI, DSI of DMX mode.
Afhankelijk van de modus kunt u tot 64 dimmers configureren op deze interface.
DSI mode
DSI is een protocol met één “master” (de TDS13621) en tot 100 “slaves” (de ballasten). Er is geen adressering voor de individuele ballasten en alle ballasten staan steeds op het zelfde dim niveau.
DSI is uiterst geschikt voor grote ruimtes waar een grote hoeveelheid aan lichten in één groep gestuurd moeten worden.
Met het TELETASK systeem krijg je 1 Dimmer (maar tot 100 ballasten) per TDS13620.
DMX mode
DMX is een protocol met één ”master” (de TDS13621) en tot 512 kanalen (vb. multicolor LED-strips). Elk toestel op de DMX bus krijgt één of meer adressen van 1 tot 255 (voor een RGB licht zijn dit 3 adressen, 1 voor ROOD, 1 voor GROEN en 1 voor BLAUW). De TDS13621 ondersteunt 64 “slaves” in de DMX adressenbereik van 1-255.
Als je meerdere dimmers toevoegt kan je de dimmer selecteren aan de linker kant (“1”). De eigenschappen van deze dimmer worden getoond aan de rechter kant (“2”).
DALI mode
DALI is een protocol met één” master” (de TDS13621) en tot 64 ballasten. Elke ballast heeft een adres van 0 tot 63. Het voordeel van DALI is dat de ballast informatie kan zenden naar de “master” (vb. Lamp defect, stroomfalen, …). Deze informatie is beschikbaar in DIAGNOSTICS.
De ballasten kunnen individueel geadresseerd worden (enkele ballast) maar DALI ondersteund ook tot 16 “Ballast groepen”. Een ballast groep is een groep van dimmers die je simultaan kan besturen. Voor het TELETASK systeem is een “ballast groep” een dimmer zoals een ander. Een ballast die is toegekend aan een “ballast groep” kan niet individueel geadresseerd worden door de TDS13621.
Voor DALI balasten zal de TDS13621 het minimum dim niveau van de balast opvragen en de dimwaarden herrekenen zoals bij de TDS13609.
Er zijn 500 uitgangen beschikbaar op een DoIP centrale. Als u 64 ballasten heeft die u individueel wil besturen dan zijn dit 64 uitgangen. Als u deze 64 ballasten als 1 DALI groep bestuurt is dit slechts 1 uitgang voor het TELETASK systeem.
Er zijn overeenkomsten tussen een DALI ‘ballast groep” en een TELETASK “lokale sfeer”: ze sturen beiden een groep van uitgangen. Maar er zijn ook enkele verschillen die er voor zullen zorgen dat u voor een “ballast groep” of een “lokale sfeer” kiest en meer geschikt is:
- Een dimmer kan toegevoegd worden aan verschillende “lokale sferen” maar een DALI ballast kan slechts tot 1 groep behoren.
- Een DALI ballast groep kan simultaan gedimd worden, een lokale sfeer niet (op dit moment).
Wanneer een nieuwe dimmer wordt toegevoerd wordt de eerst beschikbare ballast toegekend aan deze dimmer.
U kunt de “Single Ballast” veranderen naar een “Ballast group” om meer ballasten toe te voegen aan de dimmer (“2”). De tabel met ballasten heeft vier kolommen:
- Een aanvink vakje om te zien of de ballast is toegekend aan de huidige dimmer
- Het DALI adres voor de ballast
- De naam van de ballas. U kunt een naam invullen voor de ballast in deze kolom.
- De dimmer tot welke de ballast is toegekend (of leeg als de ballast nog niet is toegewezen aan een dimmer).
Tunable white
Met tunable white is het mogelijk om de kelvin waarde (kleurtemperatuur) van een lamp aan te passen. De kelvin waarde wordt gebruikt om het gevoel van een lichtbron (warm of koud) uit te drukken.
Activeer Tunable white door dit aan te vinken.
RGB
Met RGB kan de kleur van ene lamp worden aangepast.
Activeer RGB door dit aan te vinken.