Algemeen
Een fan coil unit (FCU of ventilo-convector) is een eenvoudig toestel dat bestaat uit een verwarmings-/koelingsconvector en een ventilator. Dit is een onderdeel van het HVAC systeem die men vaak aantreft bij residentiële, commerciële en industriële gebouwen. Warmte of koude wordt via waterleidingen (zoals bij traditionele radiatoren) van een centrale verwarmings- of koelingstoestel naar de individuele ventilo-convectoren gestuurd.
Door zijn eenvoud zijn ventilo-convercoren economischer om te installeren dan HVAC systemen op basis van luchtbehandelingsunits.
In een doorsnee installatie wordt er in elke ruimte een ventilo-convector geplaatst (gelijkaardig aan de binnentoestellen van een VRV systeem). Een ventilo-convector meet geen temperatuur. Hiervoor moet er een TELETASK sensor gebruikt worden (vb. van een AURUS bedieningspaneel of een TDS12250 TELETASK temperatuur sensor).
Ventilo-convectors kunnen in twee types onderverdeeld worden:
- 4-pijpssysteem: Systemen waar er een aparte toevoer is van warm en koud water. Dit maakt het mogelijk om op hetzelfde moment te verwarmen in de ene ruimte en te koelen in een andere. 4-pijpssystemen worden hoofdzakelijk gebruikte in grotere projecten (industrie, hotels, ziekenhuizen, …).
- 2-pijpssysteem: Systemen met slechts één paar buizen voor koud of warm water. Dit houdt in dat de volledige installatie ofwel in koeling of in verwarming staat. Het is dus niet mogelijk om in de éne ruimte te koelen en in de ander te verwarmen. 2-pijpssytemen worden hoofdzakelijk in kleiner installaties (private woningen) gebruikt of in klimaten waar enkel koeling (of enkel verwarming) van toepassing is.
Configuratie van een ventilo-convector interface
Volg deze stappen om een ventilo-convector interface aan de TELETASK installatie toe te voegen:
- In PROSOFT Suite, ga naar het menu "Bewerken", "Uitgangen"
- Kies "Nieuw"
- Kies "TDS13530 Fan coil unit interface" uit de lijst van interfaces
- Vul een naam in voor de ventilo-convector interface
- Vul het AUTOBUS adres in van de interface
- Vul een naam in voor de ventilo-convector
- Selecteer het juiste type: ‘4-pijpssysteem’ of ‘2-pijpssysteem’
- HVAC operation modes: selecteer de ondersteunde modes
- HVAC fan speed settings: selecteer de ondersteunde ventilatorsnelheden
- Fan ON delay (heating): stel de vertraging in tussen het openen van de verwarmingsklep en het activeren van de ventilator. Gebruik dit om te voorkomen dat onverwarmde (koude) lucht geventileerd wordt in de ruimte. Dit is enkel van toepassing in de verwarmingsmode.
- Fan OFF delay (cooling): stel de vertraging in tussen het sluiten van de koelingsklep en het uitschakelen van de ventilator. Gebruik dit om te voorkomen dat de convector bevriest.
Om een temperatuursensor in PROSOFT te linken met de ventilo-convertor en te configureren, selecteer ‘Fan coil unit’ als sturingsmethode bij de gewenste sensor en kies de juiste ‘Fan coil unit’. Als de geselecteerde ventilo-convector zowel ‘Verwarming’ als ‘Koeling’ ondersteunt, zal PROSOFT deze ventilo-convector automatisch de uitgang voor zowel de verwarming als voor de koeling van die sensor selecteren.