Het Motors scherm toont de status van de Motor Functies. Enkel het interne motor nummer wordt getoond samen met de ruimte, icoon en naam.
De status van een motor wordt getoont in drie blokken:
- 2 blokken links en rechts tonen de richting (pijlen op en neer)
- 1 blok in het midden toont de status van de motor (motor is aan het draaien richting 0% of 100%, stilstaand op een positie, wordt gekalibreerd, of is leeg als de positie indicatie uitgeschakeld is voor deze motor)
Wanneer het middenste blok blauw is, wordt de motor niet gevoed. De status van de blokken links en rechts tonen de richting waarin de motor voor het laatst heeft gedraaid.
Als het centrale blok geel is, wordt de motor gevoed. De richting word met de blokken links en rechts getoond en met een tekst op het centraal blok.
Door te klikken op één van de pijlen, wordt de motor in die richting gestart. Door te klikken op het middelste blok zal de motor draaien in de tegengestelde richten als de vorige keer. Na een vooraf ingestelde tijd zal de motor automatisch stoppen.
Door te klikken op de kalibratie toets, zal de kalibratie starten voor die motor (enkel van toepassing bij motor interfaces die kalibratie ondersteunen (TDS13526)).
Een rood kruis over de motor duid aan dat de Centrale Eenheid niet zeker is van de correcte status. Het blauw of geel toont de status van hoe deze zou moeten zijn. Extra informatie over de foutmelding staat er onder, indien beschikbaar.