Loading...
 

De Audio Functies

Omschrijving

De 'audio' functies beschrijven de acties die uw audio installatie moet uitvoeren. 'Audio' functies zijn standaard in PROSOFT aanwezig, maar worden pas vrijgegeven wanneer een TELETASK audio interface is gedefinieerd.

Parameters

Bij de functie zelf

'Audio'
deze parameter definieert de audio zone waarvoor de verschillende beschikbare audio functies moeten weergegeven worden. In dit veld kan u pas een waarde selecteren wanneer een audio zone werd gedefinieerd bij een TELETASK audio interface.


Image197

'Audio functie'
Selecteer hier de gewenste audio functie die geactiveerd moet worden. Volgende audio functies zijn per audio zone beschikbaar:
  • Zone Uit
  • Uit extra (Alle zones uit)
  • Aan/Uit
  • Volume omhoog
  • Volume omlaag
  • Mute
  • Bron 1 tot 8 (Play/Preset+)
  • Bron 1 tot 8 (Preset-)
  • 'Preset 1 tot 9'
  • 'Preset 0'
  • Extra code 1 tot 10
  • Link with zone
In de meeste situaties zullen niet al deze codes beschikbaar zijn. Enkel de codes die effectief aangeleerd/ingegeven zijn in AV-SOFT zijn hier beschikbaar.

Werking vanaf een interface

'Kort'
bij een korte toetsdruk wordt de geselecteerde functie geactiveerd. Drukt u opnieuw kort op de toets, dan wordt de functie opnieuw geactiveerd.
'Lang
' de werking is hetzelfde zoals beschreven onder 'Kort'.
'Volume Omhoog': bij 'Lang' drukken zal het volume van de actuele status toenemen tot het maximum.
'Volume Omlaag': bij 'Lang' drukken zal het volume van de actuele status afnemen tot het minimum.

Werking vanuit een andere functie

Bij het activeren van de andere functie wordt de audio functie geschakeld zoals informatief aangegeven in de niet-instelbare doelwaarde. Volgende doelwaarden komen voor:

'Aan'
de geselecteerde audio functie wordt geactiveerd.
'Uit'
de 'UIT' audio functie wordt geactiveerd.
'Aan/Uit'
bij het activeren van de andere functie wordt de geselecteerde audio functie geactiveerd.

Bij het uitschakelen van de andere functie wordt de 'UIT' audio functie geactiveerd.

'Aan/-'
bij het activeren van de andere functie wordt de geselecteerde audio functie geactiveerd.

Bij het uitschakelen van de andere functie wordt geen actie ondernomen.

'Uit/Uit'
bij het activeren van de andere functie wordt de 'UIT' audio functie geactiveerd.

Bij het uitschakelen van de andere functie wordt de 'UIT' audio functie geactiveerd.

Opmerkingen

Voor meer informatie over het sturen van audio systemen, zie het hoofdstuk AV-SOFT.
Niet iedere functie kan uitgeschakeld worden. Of een functie al dan niet uitschakelbaar is, staat beschreven bij de verschillende functies.

Switch Language

Technical Handbook: