Uw TDS biedt een krachtige integratie van verwarming aan. De TELETASK oplossing kan niet alleen in een intelligente verwarming-/koelingsturing voorzien, maar dank zij de integratie met de andere componenten in de woning, is er heel wat meer mogelijk. Bijvoorbeeld het automatische uitschakelen van de verwarming/koeling wanneer de poetsvrouw of uzelf een raam open zet. Een andere functie die het gevolg is van de integratie is het automatisch aanpassen van de temperatuurinstellingen wanneer u na afwezigheid terug thuis komt…
Aangezien er heel wat verwarmings- en koelsystemen op de markt beschikbaar zijn, is het niet altijd even eenvoudig om het verwarmings- en/of koelsysteem te integreren. Daarom wordt in dit deel dieper ingegaan hoe we dergelijke systemen kunnen integreren met de domotica installatie om zo tot extra mogelijkheden te komen. Het doel van de integratie is bovendien ook het verhogen van het comfort en het besparen van energie.
De principiële werking
Wanneer uw verwarming- en/of koelsysteem in uw TDS wordt geïntegreerd, dan is de principiële werking steeds dezelfde:
- Uw TDS meet met behulp van de TELETASK temperatuursensor de actuele temperatuur in de betreffende ruimte OF U meet de temperatuur met sensoren inherent aan het verwarming/koel systeem (AIRZONE, DAIKIN, Mitsubishi Electric).
- De gemeten temperatuur wordt vergeleken met de gewenste temperatuur voor deze ruimte. Deze temperatuur is door de gebruiker instelbaar en aanpasbaar.
- Basisprincipe van de sturing: Is de gemeten temperatuur lager dan de gewenste, dan wordt de relaisuitgang waarmee het verwarmingssysteem met uw TDS is verbonden 'aan' geschakeld. Is de gemeten temperatuur hoger dan de gewenste, dan wordt de relaisuitgang waarmee het koelsysteem met uw TDS is verbonden ingeschakeld. OF Het Commando om te verwarmen/koelen wordt doorgegeven aan het gebruikte verwarmings/koelings-systeem (AIRZONE, DAIKIN, Mitsubishi Electric)..
- Constant wordt de actuele temperatuur opnieuw gemeten. Afhankelijk van de vergelijkingswaarde wordt het relais van de verwarming of het relais van de koeling in- of uitgeschakeld.
Voor ieder verwarmings- of koelsysteem is deze principiële werking hetzelfde. Het is enkel de gewenste functionaliteit en de complexiteit van het gekozen verwarmingssysteem dat de integratie kan beïnvloeden.
Verschillende geïntegreerde stuuralgoritmes
Verwarming
Er zijn vijf verschillende stuuralgoritmes gedefinieerd in het TDS. Afhankelijk van het type verwarmingssysteem zal u een van deze instellingen in het 'extra' 'opties' 'sensor' 'temperatuur' 'aard van het verwarmingssysteem' menu kiezen (voor koeling zie het afzonderlijk menu hieronder).
- 'Standaard': hierbij wordt de verwarming geschakeld op het moment dat de gemeten sensorwaarde kouder is dan de gewenste. De verwarming schakelt uit van zodra de gemeten sensorwaarde hoger is dan de gewenste sensorwaarde.
- 'Air': dit systeem selecteert u wanneer u een luchtverwarmingssysteem integreert. Hierbij wordt een cyclustijd van 10 min gehanteerd. Hierbij zal afhankelijk van de afwijking tussen de gemeten waarde en de gewenste waarde gedurende een deel van die 10 minuten verwarmd worden. Dit deel is afhankelijk van de ingestelde 'Temperature/10Volt or 100%time' instelling.
Voorbeeld: Deze parameter staat ingesteld op 5°C en de afwijking bedraagt 3°C, dan zal de effectieve verwarmingstijd 6 min bedragen (3/5 van 10min.). Na die zes minuten wordt het verschil in tijd opnieuw gemeten en wordt een gepaste actie ondernomen.
- 'Radiators 15min': dit systeem selecteert u wanneer u een verwarmingssysteem heeft met hoge- rendement radiatoren. De werking is zoals bij 'Air' beschreven, maar dan een cyclustijd van 15 min.
- 'Radiators 20min': dit systeem gebruikt u voor een verwarmingssysteem met klassieke of gietijzeren radiatoren. De werking is dezelfde als hierboven, alleen bedraagt de cyclustijd hier 20min.
- 'Vloerverwarming': dit systeem selecteert u wanneer u heeft geopteerd voor vloerverwarming. De werking is dezelfde als hierboven, alleen bedraagt de cyclustijd hier 30 min.
Koeling
Voor koeling zijn er drie stuuralgoritmes beschikbaar: 'Standard', 'Air 10min.' en 'Air 15min'. De werking van de systemen is zoals hierboven beschreven, elk met hun specifieke cyclustijd.
Praktisch
Deze systemen en de bijhorende parameters stelt u als volgt in:
- Klik 'Extra' 'Opties' in de PROSOFT menu balk.
- Klik het tabblad 'Sensor' aan.
- Stel de verschillende parameters in.
- Klik 'OK' tot u terug in het basisscherm van PROSOFT zit.
Uw verwarmingssysteem instellen
Welke componenten allemaal aangestuurd worden, wordt niet bepaald door het ingestelde sturingssysteem. Door de grote verscheidenheid aan verwarming-/koelsystemen, kan dit niet door de sturing bepaald worden. Daarenboven is iedere domotica installatie anders, zodat u voor uw project de gekoppelde componenten moet instellen en koppelen aan de verschillende temperatuurzones. Hoe u deze relaties kunt instellen staat beschreven in paragraaf '5.3.3. Analoge Ingangsinterface'. Om deze theoretische benadering toe te lichten, volgt hieronder een praktisch voorbeeld.
Omschrijving van de toepassing
Familie Janssens heeft geopteerd om hun woning te voorzien van TELETASK domotica waar het verwarmingssysteem is geïntegreerd. Hun verwarming telt 4 verwarmingszones: gelijkvloers, slaapkamers, badkamer en bureau. Iedere kamer is voorzien van de gewenste hoge rendement design radiator. De verdeling van de zones gebeurt bij de verwarmingsketel met behulp van elektrische zonekleppen.
Benodigdheden
- 4 TELETASK temperatuursensoren ref. TDS12250.
- 4 elektrische zoneventielen verbonden met 4 uitgangsrelais van het TDS. Elke T sensor gaat de bediening van één van deze zoneventielen voor zich nemen.
- 1 verwarmingsketel, waarvan de algemene circulatiepomp gekoppeld is met een relais van het domotica systeem.
- 1 TELETASK toetsenpaneel met display (vb. TDS12017xx, TDS12016xx, een TDS touch screen …) voor de bediening van de verwarming.
Praktisch
- Ga in PROSOFT naar het 'Extra' > 'Options' > 'Sensors' menu en selecteer het stuuralgoritme 'Radiatoren 15min'.
- Selecteer in PROSOFT de gewenste uitgang die de betreffende elektrische zoneklep bedient en geef de naam van de betreffende sensorzone in die door deze relais wordt bestuurd. (vb: relais 1 krijgt de naam 'zoneklep gelijkvloers' enz.).
- Definieer vervolgens het relais van de verwarmingsketel (vb relais 5) en geef deze de naam 'hoofdpomp verwarmingsketel'.
- Selecteer de analoge ingang waarop de temperatuursensor wordt aangesloten.
- Selecteer de temperatuursensor in het 'Sensor' veld en geef het de naam 'Gelijkvloers' (dit is tevens de naam van de temperatuurzone).
- Selecteer in het tabblad 'Heat' de 'sturingsmethode' standaard.
- Selecteer in het 'On/Off' veld het relais van de overeenkomstige zoneklep 'gelijkvloers' (in dit voorbeeld relais 1).
- Stel de gewenste dag, nacht en stand-by drempelwaarden in. Deze kunnen altijd door de gebruiker gewijzigd worden.
Opgelet: De vriesbeveiliging is een algemene instelling die geldig is voor iedere temperatuursensor. U kunt deze parameter instellen in het 'Extra' > 'Options' > 'Sensors' menu. Standaard staat deze ingesteld op 5°C.^
- Herhaal dit voor de overige drie temperatuursensoren.
Om er voor te zorgen dat de algemene circulatiepomp aangezet zal worden door het TELETASK systeem van zodra er minstens één zoneventiel open gaat en dat diezelfde circulatiepomp UIT gezet zal worden van zodra er geen enkel zoneventiel meer open staat, is er een 'proces' functie nodig die deze condities bewaakt en het betreffende uitgangsrelais onder controle heeft:
- Maak een conditie 'Verwarming aan' waarin de verschillende zonekleppen van de temperatuursensoren (R1, R2, R3 en R4) met een 'OF' relatie ten opzichte van elkaar worden opgenomen.
- Maak een 'proces' functie die de conditie 'Verwarming aan' (=aan) 'continue aan bij waar' bewaakt en het relais van de verwarmingsketel (R5) schakelt.
- Selecteer deze proces functie in de 'Autostart' functie. Selecteer hiervoor het 'Extra' > 'Options' > 'Option' menu.
- Het verwarmingssysteem is geconfigureerd.