De TDS15200 is een licentie die toelaat om het TELETASK domotica systeem te koppelen met een air-conditioning systeem. De licentie is onafhankelijk van het gekozen licentiesysteem (Daikin, Mitsuhishi Electric). Voor een overzicht van de verschillende systemen die momenteel ondersteund worden, zie de TELETASK datasheets.
De integratie is onderdeel van het DoIP programma van TELETASK. Dit wil zeggen dat deze gebruik maakt van een ethernet verbinding.
Om zonder beperkingen gebruik te maken van de TDS15200 licentie moet deze geactiveerd worden. Hoe dit dient te gebeuren kunt u nalezen in het hoofdstuk over het licentiesysteem van TELETASK in dit technisch handboek. Zonder activatie is de licentie slechts bruikbaar voor een periode van 3 dagen (test/demonstratie mode).
De TDS15200 licentie kan gebruikt voor de integratie met een “Intelligent gateway” tot het AC systeem. Dit houdt in dat de temperatuur metingen uitgevoerd worden door het Airco systeem. De TELETASK DoIP centrale leest de opgemeten temperaturen van de “gateway” en stuurt de gewenste temperatuur, mode en luchtsnelheid naar de “gateway” dit op zich de verschillende zones aanstuurt.
De AC kan zowel op het AC systeem als op het TELETASK systeem bestuurd worden.
Hieronder een schematisch overzicht over de technische configuratie van de TELETASK-airco integratie.
Daikin Integratie
De integratie met het Daikin AC system komt tot stand door middel van de Daikin “intelligent Touch controller” (iTouch, DCS601C51).
Voor iTouch met software versie 4.30.01R is de “Daikin Intelligent Touch controller web software license” (DCS004A51) noodzakelijk.
Voor iTouch met software versie 4.41.00 of hoger, is de “Daikin Open Protocol License” (DCS007A51) noodzakelijk.
Tot 128 Daikin binnentoestellen kunnen bestuurd worden met een Daikin iTouch. Dit heeft als gevolg dat er in PROSOFT Suite 128 extra sensor zones beschikbaar zijn.
Alle Daikin systemen die met de iTouch kunnen bestuurd worden, kunnen ook geïntegreerd worden met het TELETASK systeem (vb. Daikin VRVII, VRVIII, SKY AIR, HRV,…).
Een Daikin interface configureren in PROSOFT Suite
Volg volgende stappen om een Daikin interface toe te voegen in het TELETASK systeem:
- In PROSOFT Suite, ga naar het menu “Bewerken” “Ingangen en andere”
- Kies “Nieuw” “Analoge ingangsinterface”
- Selecteer “DAIKIN interface” onder de lijst van “Type interface”
- Vul het juiste IP adres en Port Nr in van de Daikin iTouch toestel
- Voeg alle binnentoestellen toe zoals gebruikt in de Daikin iTouch toestel en geef elke zone het correcte Daikin zone nummer en naam (we raden aan om de zelfde namen toe te kennen in iTouch en PROSOFT Suite).
- Selecteer de HVAC resolutie: zie hoofdstuk “Extra parameters voor externe HVAC systemen”.
- Mode en snelheid: zie hoofdstuk “Extra parameters voor externe HVAC systemen”.
- Vul de presets in op dit scherm voor “Dag”, “Standby” en “Nacht”
- Sla het .nbt bestand op
- Verzend het .nbt bestand naar de centrale
Mitsubishi Electric Integratie
De integratie met het Mitsubishi Electric Air-conditioning system komt tot stand door middel van de “Mitsubishi Electric Ethernet gateway” AG150 of GB50.
Beide toestellen kunnen tot 50 zones controleren. Dit heeft als gevolg dat er in PROSOFT Suite 50 extra sensor zones beschikbaar zijn.
Een Mitsubishi Electric interface configureren in PROSOFT Suite
Volg volgende stappen om een Mitsubishi Electric interface toe te voegen in het TELETASK systeem:
- In PROSOFT Suite, ga naar het menu “Bewerken” “Ingangen en andere”
- Kies “Nieuw” “Analoge ingangsinterface”
- Selecteer “Mitsubishi Electric interface” onder de lijst van “Type interface”
- Vul het juiste IP adres en Port Nr in van de Mitsubishi Electric Ethernet Gateway
- Voeg alle binnentoestellen toe zoals gebruikt in de Mitsubishi Electric Ethernet Gateway en geef elke zone het correcte Mitsubishi Electric zone nummer en naam
- Selecteer de HVAC resolutie: zie hoofdstuk “Extra parameters voor externe HVAC systemen”.
- Mode en snelheid: zie hoofdstuk “Extra parameters voor externe HVAC systemen”.
- Vul de presets in op dit scherm voor “Dag”, “Standby” en “Nacht”
- Sla het .nbt bestand op
- Verzend het .nbt bestand naar de centrale