Omschrijving
Een 'Stap' functie bevat tot 10 verschillende functies. Telkens de 'stap' functie opgeroepen wordt, wordt de volgende stap uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: Het schakelen tussen 10 verschillende RGB kleuren aan de hand van één toets.
Parameters
- 'Naam'
- De naamgeving van een 'Stap' functie is opgedeeld in drie delen:
- Ruimte: selecteer hier de ruimte waarin de 'Stap' functie wordt geactiveerd.
- Icoon: selecteer hier of de 'Stap' functie moet weergegeven worden op een TELETASK touch screen en zo ja, onder welk icoon.
- Naam: Voer hier een korte en duidelijk omschrijving voor de 'Stap' functie in.
- 'Selecteer Uitgang'
- in dit veld kunt u tot maximaal 10 functies definiëren die stap voor stap bij het inschakelen van de 'Stap' functie worden gestuurd. Afhankelijk van de geselecteerde functie moeten per functie nog enkele functiespecifieke parameters ingegeven worden. Raadpleeg hiervoor de beschrijving van de betreffende functie.
- 'Voeg 'UIT' stap toe'
- deze parameter bepaalt of na de laatste stap opnieuw de eerste stap wordt uitgevoerd of dat er eerste een 'UIT' stap volgt. Als de 'UIT' stap wordt gebruikt, worden alle functies binnen de 'Stap' functie bij die stap uitgeschakeld.
Werking vanaf een interface
Type 'Stap'
- 'Kort'
- bij een korte toetsdruk wordt de 'Stap' functie geactiveerd. Dit zorgt ervoor dat de eerste functie naar de gewenste status worden geschakeld. Een volgende toetsdruk, activeert de volgende stap. Hierbij wordt de vorige stap niet expliciet uitgeschakeld.
- 'Lang'
- De werking is dezelfde zoals beschreven onder 'Kort'.
Type 'Uit'
- 'Kort'
- bij een korte toetsdruk wordt de 'Stap' functie uitgeschakeld. Alle stappen worden expliciet uitgeschakeld.
- 'Lang'
- De werking is dezelfde zoals beschreven onder 'Kort'.
Werking vanuit een andere functie
Een 'Stap' functie is selecteerbaar in een andere functie. Bij het inschakelen van die andere functie schakelt de 'Stap' functie volgens de ingestelde doelwaarde.
- 'STEP'
- Bij het activeren van de functie wordt de volgende stap uitgevoerd.
- 'OFF'
- Bij het activeren van de functie wordt de 'stap' functie uitgeschakeld. Alle stappen worden expliciet uitgeschakeld.
- 'STEP/OFF'
- Bij het activeren van de functie wordt de volgende stap uitgevoerd, bij het uitschakelen van de functie, wordt de 'stap' functie uitgeschakeld. Alle stappen worden expliciet uitgeschakeld.
- 'OFF/OFF'
- Bij het activeren of uitschakelen van de functie wordt de 'stap' functie uitgeschakeld. Alle stappen worden expliciet uitgeschakeld.
Opmerkingen:
Niet iedere functie kan uitgeschakeld worden. Of een functie al dan niet uitschakelbaar is, staat beschreven bij de verschillende functies.
Indien een andere functie de huidige stap, van de 'stap' functie, uitschakelt, wordt de 'stap' functie als uitgeschakeld beschouwd. Dit houdt in dat de 'stap' functie nadien weer bij stap 1 zal beginnen (de andere stappen worden niet expliciet uitgeschakeld).
Wanneer een ‘stap’ van een ‘stap functie’ wordt geactiveerd door een andere functie zal de ‘huidige stap’ van de ‘stap functie’ niet uitgeschakeld worden door deze ‘stap’ (dit komt omdat het mogelijk is dat verschillende ‘stappen’ van een ‘stap functie’ ingeschakeld zijn op het zelfde tijdstip, vb. het is mogelijk dat zowel ‘een LMD in stap 2’ en ‘een andere LMD in stap 5’ van een ‘stap functie’ ingeschakeld zijn door een andere functie.