Loading...
 

De Boodschappen en Alarmen Functies

Omschrijving

De functies 'Boodschappen en Alarmen' bevatten tekstberichten en/of pieptonen waarmee u wordt geïnformeerd over het voordoen van een bepaalde situatie. De 'Boodschappen en Alarmen' kunnen weergegeven worden op TELETASK interface met een display, op de GUI+ (TDS15105) en via e-mail of sms-service.

Parameters


Image183
Image184

'Naam'
Voer hier een passende en duidelijke naam voor het tekstbericht in. Op basis van deze naam zal u het gewenste tekstbericht snel terugvinden tijdens het configureren van uw TDS.
'Alarm'
Kies deze parameter wanneer het om een alarm gaat. Wanneer dit alarm zich voortdoet, zal het ingevoerde tekstbericht op de geselecteerde interfaces met display/GUI+ verschijnen en piepen alle interfaces met het aantal ingestelde pieptonen.
Een alarm moet steeds manueel uitgeschakeld worden. Zorg er uiteraard eerst voor dat de oorzaak van het alarm is weggenomen.
Voor de werking van een alarm op de AURUS-OLED (TDS12022) of AURUS-OLED PLUS (TDS12032), zie het hoofdstuk 'AURUS-OLED (PLUS)'.
'Boodschap'
Kies deze parameter wanneer het ingevoerde tekstbericht een informatieve waarde heeft. Bij deze parameter geeft u eveneens aan op welke interfaces met display/GUI+ het bericht wordt weergegeven als de situatie zich voordoet.
Een boodschap verdwijnt automatisch van zodra een nieuwe actie zich op de betreffende interface voordoet. Een nieuwe actie kan het activeren van een functie zijn, het ontvangen van een ander bericht of alarm.
'E-mail'
Bij activatie van deze functie, wordt er een automatische e-mail verzonden naar de ingestelde e-mailadressen.
Deze functionaliteit vereist dat de Centrale Eenheid een permanente verbinding met het internet heeft en dat de e-mailinstellingen correct werden ingevoerd (zie hiervoor, 'Extra' - 'Opties' - 'E-mail').
'Gegevens' (Boodschap/alarm)
Hier voert u het tekstbericht in dat wordt meegedeeld bij het voordoen van een bepaalde situatie of op een bepaald moment.

'Tekstlijnen': Het tekstbericht kan maximaal twee tekstlijnen ('Lijn1' en 'Lijn 2') bevatten. Lijn 1 kan maximaal 16 karakters bevatten, Lijn 2 kan maximaal 50 karakters bevatten (van deze 50 karakters worden slechts de eerste 16 weergegeven op oudere toetsenpanelen (zie datasheet voor het betreffende toestel). Het is raadzaam om de tekstberichten kort en kernachtig te houden.

'Aantal Pieptonen'
Selecteer hier het aantal pieptonen waarmee het tekstbericht moet vergezeld worden.
'Interfaces'
Selecteer hier de Interfaces/GUI+ waarop de boodschap/alarm weergegeven moet worden
'Gegevens e-mail'
Hier voert u het e-mailbericht in dat wordt verzonden bij het voordoen van een bepaalde situatie of op een bepaald moment.
'Aan'
Geef hier de e-mailadressen in waarnaar het bericht moet verzonden worden. Meerdere emailadressen moeten gescheiden worden door een ';'.
'Onderwerp'
Bevat het onderwerp voor de e-mail.
'Bericht'
De lengte van het bericht is beperkt tot 140 karakters.

Werking vanaf een interface

Type 'Bericht'

'Kort'
bij een korte toetsdruk verschijnt het tekstbericht op de geselecteerde interfaces vergezeld van het ingestelde aantal pieptonen.

Wanneer u opnieuw kort op de toets drukt, wordt het bericht opnieuw naar de interfaces gestuurd. Het vorige bericht wordt overschreven.

'Lang'
de werking is hetzelfde zoals beschreven onder 'Kort'.
Een bericht is niet uitschakelbaar, het verdwijnt automatisch na een bepaalde tijd of door het uitvoeren van een actie op het toetsenpaneel of door de komst van een nieuwe boodschap/alarm.

Type 'Alarm'

'Kort'
bij een korte toetsdruk verschijnt het ingevoerde tekstbericht op de geselecteerde interfaces met een display/GUI+ vergezeld van het ingestelde aantal pieptonen.

Drukt u opnieuw kort op de toets, dan wordt het alarm uitgeschakeld.

'Lang'
de werking is hetzelfde zoals beschreven onder 'Kort'.
Een alarm wordt nooit overschreven. Het meest recente alarm wordt steeds op de interfaces getoond. Alle voorgaande alarmen zijn met behulp van een 'volgende' toets na te gaan. Voor meer informatie raadpleeg de handleiding van de betreffende interfaces.
Een alarm wist u door ofwel het alarm met de toets uit te schakelen ofwel met behulp van de 'wis' toets op de betreffende interfaces. Voor meer informatie raadpleeg de handleiding van de betreffende interfaces.

Type 'e-mail'

'Kort'
bij een korte toetsdruk wordt de e-mail verzonden naar alle ingegeven e-mailadressen. Bij opnieuw drukken op de toets wordt de e-mail opnieuw verzonden.
'Lang'
de werking is hetzelfde zoals beschreven onder 'Kort'.

Werking vanuit een andere functie

Type 'Boodschap'

Een 'Boodschap' is in een andere functie selecteerbaar. Bij het activeren van de andere functie werkt het bericht als volgt:

'Aan'
het bericht verschijnt op de geselecteerde interfaces met bijhorend aantal ingestelde pieptonen.
'Aan/-'
het bericht wordt met bijhorende pieptonen naar de betreffende interfaces gestuurd.

Bij het uitschakelen van de functie gebeurt niets met het bericht.

Aangezien een bericht niet uitschakelbaar is, kunt u de doelwaarde niet instellen. De doelwaarde staat enkel lichtgrijs aangegeven om het gedrag van het bericht in de andere functie aan te geven.
De toestand van een bericht is steeds 'waar (aan)'. Bijgevolg zal een functie die enkel een bericht(en) bevat, ook steeds 'waar (aan)' zijn.

Type 'Alarm'

Een 'Alarm' is in een andere functie selecteerbaar. Bij het oproepen van die andere functie werkt het alarm volgens de doelwaarde:

'Aan'
het alarm wordt op de geselecteerde interfaces met een display/GUI+ weergegeven. Alle betreffende interfaces piepen het ingestelde aantal keer.
'Uit'
het alarm wordt uitgeschakeld.
'Aan/Uit'
bij het inschakelen van de functie wordt het alarm op alle betreffende interfaces met een display/GUI+ getoond (inclusief ingesteld aantal pieptonen).

Bij het uitschakelen van de functie schakelt het alarm uit.

'Uit/Uit'
bij het inschakelen van de functie wordt het alarm uitgeschakeld. Bij het uitschakelen van de functie gebeurt niets of indien het alarm in tussentijd weer actief werd, wordt het alarm opnieuw uitgeschakeld.

Type 'e-mail'

'Aan'
de e-mail wordt verzonden naar alle ingegeven e-mailadressen.
'Aan/-'
de e-mail wordt verzonden naar alle ingegeven e-mailadressen.

Bij het uitschakelen van de functie gebeurt niets met de e-mail.

Aangezien een e-mail niet uitschakelbaar is, kunt u de doelwaarde niet instellen. De doelwaarde staat enkel lichtgrijs aangegeven om het gedrag van de e-mail in de andere functie aan te geven.
De toestand van een e-mail is steeds 'waar (aan)'. Bijgevolg zal een functie die enkel een e-mail(s) bevat, ook steeds 'waar (aan)' zijn.

Toepassingsvoorbeelden:

  • Een 'bericht' (verdwijnt vanzelf): wanneer er laat op de avond iemand in de tuin wordt gedetecteerd (m.b.v. een bewegingsmelder), dan springt niet alleen het licht aan, maar kan ook het bericht 'Iemand in de tuin' op het toetsenpaneel in de woonkamer verschijnen.
  • Een 'alarm' (u moet het zelf van de display verwijderen): Wanneer het verwarmingssysteem faalt, dan gaat de centrale verwarming in alarmstatus. Normaal gezien zal het een poos duren alvorens u opmerkt dat de verwarming stuk is. Pas wanneer het koud wordt en blijft in de woning zal dit opgemerkt worden. Met een kort bericht 'Verwarming Alarm – Bel technieker', is het voor iedereen snel en eenvoudig om te zien wat er gebeurd is, lang voor het koud is in de woning.
  • In het laatste geval kan u ook rechtstreeks een mailtje sturen naar de betreffende technieker!

Switch Language

TELETASK Technical handbook